De tool werkt niet. |
Stroomeenheid niet in werking | Controleer of de stroomstroom en -druk in de aandrijving zijn vastgesteld (15-24 105-140 bar) |
Koppelingen of slangen geblokkeerd | Beperking verwijderen | |
Druk- en terugleidingslangen die in de haven zijn omgedraaid | Zorg ervoor dat de slangen zijn aangesloten op hun juiste havens |
|
Mechanische storing van zuiger of automatische klep | Ontmantelen van de breaker en inspecteren op beschadigde onderdelen | |
Het gereedschap raakt niet effectief. |
Stroomeenheid niet in werking | Controleer de stroomstroom en -druk van de krageenheid (15-24) 105-140 bar) |
Koppelingen of slangen geblokkeerd | Beperking verwijderen | |
Te hete vloeistof (meer dan 140 °F/60 °C) | Voorzien koeler te onderhouden de juiste vloeistoftemperatuur (130 °F/55 °C) |
|
Laag batterijlading (drukslang zal meer dan normaal pulseren) |
Oplaadaccu. Vervang het diafragma als het laadverlies blijft |
|
Gereedschap werkt langzaam |
Laag gpm-toevoer van de aandrijvingseenheid | Controleer of de vermogenseenheid een goede stroom heeft (7-9 gpm/26-34 lpm) of 5-6 gpm /18-22 lpm |
Hoge tegendruk | Controleer het hydraulische systeem voor overmatige tegendruk (meer dan 200 psi/14 bar) |
|
Koppelingen of slangen geblokkeerd | Beperking verwijderen |